Laatste update: 3 augustus 2022
Je hoeft niet in alle gevallen aanpassingen te doen in je project als je een ‘Vitale functies’ zoekterm gebruikt. Dit is alleen nodig als je:
- In de data collector gezocht hebt op ‘Vitale functies’ in een ‘enkel resultaat’ of ‘meerkeuze’ vraag én
- Tijdens het valideren heb je handmatig resultaten geselecteerd met de ‘selecteer als resultaat’-knop of de ‘maak een antwoord aan dat gebaseerd is op dit resultaat’- knop.
Wat raden wij in het algemeen aan?
Als je een 'Vitale functies' zoekterm in de data collector hebt gebruikt, raden we je aan om voor de zekerheid de volgende stappen te volgen. Stap 1 geldt ook als je niet handmatig resultaten hebt geselecteerd in de data collector.
- Maak een export van je project voor de overgang.
Dit is je back-up die de situatie voor HiX 6.3 weergeeft. - Rond je project en de validatie af indien mogelijk
Dit betekent dat je de volledige validatie van al je datapunten af moet ronden voor alle patiënten in je project. Exporteer dan ook de data naar Excel of .csv. Zo weet je zeker dat je alle patiënten gevalideerd hebt en dat de juiste ‘Vitale functie’ datapunten in je dataset terecht zijn gekomen.
Wat kan ik doen als ik mijn project en de validatie van de data niet (volledig) af kan ronden?
Je kan uit de onderstaande 3 methodes kiezen als je in de data collector zoekt naar 'Vitale functies' en met de hand resultaten hebt geselecteerd of moet gaan selecteren. Jij kan zelf beslissen wat voor jou het beste zou werken.
- Valideer de data die met ‘vitale functies’ zoektermen wordt gevonden (nog) niet.
Wacht hiermee tot na de overgang naar HiX 6.3. Zo voorkom je toekomstige problemen. Begin met het valideren van de overige data die niet met een ‘Vitale functies’ zoekterm gevonden is. Dit is vooral een optie als de overgang naar HiX 6.3 binnenkort gaat plaatsvinden en je verwacht dat je je data validatie niet af kan ronden voor die tijd. - Valideer alléén de data die gevonden wordt met de ‘Vitale functies’ zoekterm.
- Valideer alle datapunten voor alle vragen in je data collector project voor een beperkte groep patiënten.
Alle patiënten waarbij het niet gelukt is om alle data te valideren, valideer je na overgang naar HiX 6.3 op een ander moment.
We leggen hieronder uit hoe de 3 methodes werken aan de hand van een voorbeeldproject met daarin 2 vragen, beide van het type ‘enkel resultaat’:
Vraag 1 - ‘Bloeddruk’: gebruikt een ‘Vitale functie’ zoekterm om de diastolische bloeddruk waardes op te halen.
Vraag 2 – ‘Bloeddrukverlagers’: gebruikt een ‘medicatie toedieningen’ zoekterm om data over het gebruik van bloeddrukverlagers door de patiënt op te halen.
Situatie A: beide vragen staan los van elkaar
- Onafhankelijk van elkaar verzamel je data over bloeddruk en het gebruik van bloeddrukverlagers.
- Je wil de resultaten die gevonden worden met beide vragen handmatig valideren en eventueel handmatig aanpassen wat in de export terecht komt met de ‘selecteer als resultaat’- en ‘maak een antwoord aan dat gebaseerd is op dit resultaat’-knop.
- Je gebruikt géén relatieve datum in de ‘bloeddrukverlagers’ vraag 2 om te zoeken naar medicatiegebruik t.o.v. de ‘bloeddruk’ vraag 1 (zie ‘situatie B’ hieronder).
Methode 1: valideer de data die met vraag 1 (‘Vitale functies’) gevonden wordt nog níét.
Vóór overgang naar HiX 6.3
-
- Ga naar het data validatie menu in CTcue.
- Klik in de data validatie tabel op rij 1 om in het resultatenoverzicht van patiënt 1 te komen.
- Selecteer Vraag 2: “Bloeddrukverlagers”
- Kijk naar de data en gebruik, indien nodig, de ‘maak een antwoord aan dat gebaseerd is op dit resultaat’ (4.1) of de ‘selecteer als resultaat’ (4.2) knop.
- Ga naar de volgende patiënt.
- Herhaal stap 5 en 6 voor alle patiënten totdat je klaar bent.
Ná overgang naar HiX 6.3
- Herhaal de validatie zoals omschreven in stap 1-6 hierboven, maar dan voor Vraag 1 'Bloeddruk'.
- Maak een export als je klaar bent.
De juiste, door jou handmatig geselecteerde 'Vitale functies' datapunten staan in je export.
Methode 2: valideer alléén de de data die met Vraag 1 (‘Vitale functies’) gevonden is.
Zorg dat de volledige validatie van alle data die met ‘Vitale functies’ zoektermen gevonden is vóór overgang naar HiX 6.3 afgerond is. Bewaar de validatie van de data voor andere vragen evt. voor na de overgang.
Vóór overgang naar HiX 6.3
Zie ook het screenshot bij methode 1, hierin staan enkele knoppen gehighlight.
- Ga naar het data validatie menu in CTcue.
- Klik in de data validatie tabel op rij 1 om in het resultatenoverzicht van patiënt 1 te komen.
- Selecteer Vraag 1: “Bloeddruk”
- Kijk naar de data en gebruik, indien nodig, de ‘maak een antwoord aan dat gebaseerd is op dit resultaat’ (4.1) of de ‘selecteer als resultaat’ (4.1) knop.
- Ga naar de volgende patiënt.
- Herhaal stap 4 & 5 voor alle patiënten totdat je klaar bent.
- Maak een export van dit project.
- In deze export staan de juiste geselecteerde gegevens voor alle Vragen die ‘Vitale functies’ zoektermen gebruiken.
Ná overgang naar HiX 6.3
- Valideer de data voor de data die met andere vragen is gevonden volgens de methode die hierboven ook is gebruikt voor de ‘Vitale functies’.
- Klaar? Maar een export van dit project.
- Voeg dit export bestand eventueel samen met het bestand van stap 7 hierboven:
Stap 7 export: gebruik alléén de data voor Vragen die ‘Vitale functies’ termen gebruiken.
Deze export: gebruik alle overige data. Negeer/verwijder de data die bij ‘Vitale functies’ Vragen staat.
Methode 3: Rond de validatie volledig af voor een groep patiënten
Met deze methode ga je patiënten batch voor batch volledig valideren: een deel van de patiënten voor de overgang naar HiX 6.3, een deel na de overgang naar HiX 6.3.
- Begin met het valideren van de patiënt op rij 1 in de data validatie tabel.
- Open het resultaten overzicht van patiënt 1 door op rij 1 in de data validatie tabel te klikken.
- Loop voor patiënt 1 alle Vragen en de bijbehorende resultaten stuk voor stuk langs en valideer de data.
- Pas automatisch geselecteerde resultaten evt. aan met de ‘maak een antwoord aan dat gebaseerd is op dit resultaat’ (4.1) of de ‘selecteer als resultaat’ (4.1) knop.
- Helemaal klaar? Ga naar patiënt 2 met de ‘Volgende’ knop.
- Doorloop weer de volledige validatie.
- Herhaal stap 1-6 tot vlak vóór de overgang naar HiX.
- Noteer t/m welke patiënt (rijnummer in de data validatie tabel en pseudo ID) je de data gevalideerd hebt.
- Maak een export van je project voor alle patiënten.
- Geef in je bestand duidelijk aan t/m welke rij/patiënt je gekomen bent met valideren.
Na overgang naar HiX 6.3 ga je verder met het valideren van andere patiënten. Wij raden aan om dit in een kopie van je originele project te doen als je patiënt cohort niet meer gaat veranderen. Dus als al vaststaat welke patiënten geïncludeerd zijn en je niet meer af en toe op ‘search’ klikt in de patiënt finder om evt. nieuwe patiënten toe te voegen aan je patiënten cohort.
- Maak een kopie aan van je originele project.
- Klik niet op search.
- Open je export bestand van stap 9.
- Ga naar het ‘patiëntencohorten’ menu.
- Klik hier op de knop ‘handmatig patiënten toevoegen’.
- Ga naar de tab ‘Lijst van ID’s
- Kopieer uit je export bestand van stap 9 alle pseudoIDs van patiënten die je nog niet gevalideerd hebt.
- Klik op ‘controleren’
- Scroll naar onder en klik op ‘Patiënten importeren’
- Al je nog niet gevalideerde patiënten verschijnen nu in de ‘geïncludeerd’ tab in het Patiëntencohorten menu.
- Ga door naar de data validatie en rond hier de validatie af van al deze patiënten.
Situatie B: Vraag 2 is met een ‘relatieve datum’ gekoppeld aan Vraag 1
Je wilt weten of de patiënt bloeddruk verlagende middelen gebruikte toen de bloeddruk meting plaatsvond. Je hebt daarom op de volgende manier gefilterd in de zoektermen, met een relatieve datum voor de 'Medicatieverzoeken' zoekterm:
Als je besluit de ‘Vitale functies’ data uit Vraag 1 te gaan valideren, dan moet je óók de data valideren die gevonden wordt met Vraag 2 met de 'Medicatieverzoeken' zoekterm. Dit omdat de resultaten die opgehaald worden met Vraag 2 afhankelijk zijn van het resultaat dat je selecteert bij Vraag 1. Gebruik in dit geval methode 2 of methode 3 zoals hierboven omschreven.