Analyseer je vraag
Om tot een goede zoekopdracht te komen is het belangrijk dat je eerst tijd besteedt aan het analyseren van datgene waar je naar op zoek bent. Formuleer je zoekvraag zo dat er ook echt een duidelijk antwoord op te vinden. Een goede zoekstrategie is om eerst te kijken naar criteria die 'duidelijk' zijn en deze daarna aan te vullen met de criteria die wat meer ambigu zijn. Een criterium zoals "patiënten die volgende week op de polikliniek cardiologie langskomen" is heel duidelijk, terwijl een criterium als "patiënten die niet of slecht reageren op een bepaalde behandeling" zich lastiger laat vertalen. In het geval van meer ambigue zoekvragen loont het om te kijken of je deze 1 voor 1 in kleine blokjes kan opsplitsen. Analyseer bijvoorbeeld hoe je zeker weet dat een patiënt een bepaalde behandeling heeft gehad, en kijk daarna op welke manier een ‘slechte reactie’ zich uit. Is dit te vertalen naar een bepaald labresultaat? Schrijven artsen dit altijd op in een tekst?
Voor degenen die bekend zijn met de PICO-model kan het de moeite waard zijn om deze zoekstrategieën in te zetten. Dit model leent zich goed voor het concreet maken van je vraag en helpt je zo om tot een betere zoekopdracht te komen. Hier lees je meer over het PICO-model.
Bepaal je doel
Ook is het goed om vooraf na te denken over de resultaten die je wilt hebben. Is het voldoende als je 15 relevante patiënten vindt, of is het juist heel belangrijk dat je alle patiënten vindt die voldoen aan je opgestelde criteria? In het geval van dit laatste zal je meer moeite moeten stoppen in het nadenken over alle verschillende manieren waarop informatie wordt opgeslagen.
Opbouwen, resultaten checken, aanvullen, bijschaven
Verwacht niet dat je in één keer een goede zoekopdracht kan bouwen en dat je daarna alleen nog maar de patiënten hoeft te valideren. Het is beter om eerst met weinig criteria te beginnen, te kijken welke resultaten dit oplevert, en op basis daarvan je zoekopdracht aan te vullen en bij te schaven.
Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je naar patiënten zoekt die voor een bepaalde diagnose medicatie gebruiken, maar dat je dan in de resultaten ziet dat je ook patiënten terugkrijgt die de medicatie voor een heel ander doeleinde gebruikt hebben. Op basis van die resultaten kan je dan je zoekopdracht aanpassen door bijvoorbeeld ook een afdeling te specificeren.
Gaandeweg leer je de gerelateerde data aan je zoekopdracht beter kennen, waardoor je beter kunt specificeren in welke velden je wel of niet wilt zoeken. Het zoekproces begint dus breed (met veel resultaten en veel ruis) en door het toevoegen van filters eindig je smal (minder resultaten en minder ruis).
Wanneer is het goed genoeg?
Op een gegeven moment vraag je je misschien af hoe je zeker weet dat je 'klaar' bent met het bijschaven van je zoekopdracht. Komt er een moment waarop je zeker weet dat je zoekopdracht goed genoeg is? Het antwoord hierop is dat je zeker weet je dat klaar bent, wanneer jij tevreden bent met de resultaten die je krijgt. Als je het gevoel hebt dat je te weinig resultaten krijgt of dat je er veel te veel vindt voor het doel van je zoekopdracht, dan zal je waarschijnlijk verder moeten werken.
Je moet CTcue niet zien als een tool waarmee je antwoorden zult vinden die 100% kloppen. CTcue is een hulpmiddel waarmee je sneller door het EPD kan zoeken, en waarmee je dus sneller van veel ruis naar weinig ruis gaat.